Een Vlegel! Een Vlerk! Een Rekel!
Ik pleeg een net, beschaafd mens te zijn. Toegegeven, ik hoest wel eens, ik spuug zelden op straat, en ik laat slechts sporadisch in het openbaar een klein gasje vliegen. Zoals drie postjes terug te lezen valt, ik bescherm zelfs mijn medeburger waar nodig. Maar nooit, nooit, zal ik afval op straat werpen. En als een ander dat doet, pleeg ik hem of haar erop aan te spreken. He, je laat iets vallen. En daar ben ik volhoudend in.
Vanavond was het zover. Het moment van waarheid. Ik kwam de MacDonalds uit (overigens met vork en mes gegeten, het kan, als je er maar doortastend genoeg naar vraagt), en voor mijn neus liepen twee jongens. Een van die twee had een blikje fanta in de hand. Het gleed uit zijn hand op het exacte moment dat ik voor ze langs liep. Ik keek om, maar hij niet. Het kletterde op de grond, in mijn oren naar het gelijk van een gemiddelde Big Boy. Hij keek niet om. Geen kik, geen blik, geen bloos. En ik sprak hem er niet op aan. Tot op dit moment schaam ik me. Ik, fatsoensbehouder, normen en waardenrestaurateur, ideale schoonzoon bovendien, heb die verdraaide knaap geen draai om de oren gegeven. Bij deze dan, mezelf een, omdat ik niet in staat was geweest hem te corrigeren.
**draai**
Ik pleeg een net, beschaafd mens te zijn. Toegegeven, ik hoest wel eens, ik spuug zelden op straat, en ik laat slechts sporadisch in het openbaar een klein gasje vliegen. Zoals drie postjes terug te lezen valt, ik bescherm zelfs mijn medeburger waar nodig. Maar nooit, nooit, zal ik afval op straat werpen. En als een ander dat doet, pleeg ik hem of haar erop aan te spreken. He, je laat iets vallen. En daar ben ik volhoudend in.
Vanavond was het zover. Het moment van waarheid. Ik kwam de MacDonalds uit (overigens met vork en mes gegeten, het kan, als je er maar doortastend genoeg naar vraagt), en voor mijn neus liepen twee jongens. Een van die twee had een blikje fanta in de hand. Het gleed uit zijn hand op het exacte moment dat ik voor ze langs liep. Ik keek om, maar hij niet. Het kletterde op de grond, in mijn oren naar het gelijk van een gemiddelde Big Boy. Hij keek niet om. Geen kik, geen blik, geen bloos. En ik sprak hem er niet op aan. Tot op dit moment schaam ik me. Ik, fatsoensbehouder, normen en waardenrestaurateur, ideale schoonzoon bovendien, heb die verdraaide knaap geen draai om de oren gegeven. Bij deze dan, mezelf een, omdat ik niet in staat was geweest hem te corrigeren.
**draai**
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage